Ondanks dat er verschillende AI-toepassingen ‘gewoon’ zijn geworden, zijn er ook situaties waarin we liever een persoon tegenover ons hebben. Maar moeten we dat idee niet loslaten?

Kunstmatige intelligentie (KI), of artificiële intelligentie (AI), zijn apparaten die reageren op data of impulsen uit hun omgeving, en op basis daarvan zelfstandig beslissingen nemen. Het gaat bij KI dus niet om de rekenkracht, maar om de mogelijkheid (zelfstandig) te leren en beslissingen te nemen.

‘Vertrouwen is goed, controle is beter’ is een bekende uitspraak. Deze quote legt direct de vinger op de zere plek, want controle is wat de mens wil, ook op het gebied van technologie. Dat zou dan ook zomaar eens de reden kunnen zijn dat er een bepaalde angst heerst rondom Artificial Intelligence (AI). We ontkomen niet langer aan zelfrijdende auto’s, chatbots en persoonlijke aanbiedingen dankzij data-analyse, maar vertrouwen daar toch niet volledig op. Liever hebben we zelf de touwtjes in handen. De vraag is of dat terecht is.

AI meldt zich
AI speelt – wellicht ongemerkt – al een grote rol in ons leven. Bij een chatsessie met de klantenservice is de kans groot dat je een bot tegenover je hebt. Ook het gemak van adaptive cruise control is menig leven al binnengeslopen. En grote kans dat jij vanmorgen de weersverwachting even bij Alexa of Siri hebt gecheckt. Had iemand je dit een paar jaar geleden verteld, was je waarschijnlijk sceptisch. Inmiddels is het de normaalste zaak van de wereld. Ikzelf ben een Tesla-rijder, wat ik tot voor kort ook nooit zag gebeuren. Ik was veel te bang de controle uit handen te geven, zeker tijdens het rijden. Toch leert de ervaring dat het reactie- en lerend vermogen van geautomatiseerde vehikels veel sneller ontwikkelt dan dat van de mens.

Waar komt de angst vandaan?
Ondanks dat er verschillende AI-toepassingen ‘gewoon’ zijn geworden, zijn er ook situaties waarin we liever een persoon tegenover ons hebben. Maar moeten we dat idee niet loslaten? Denk bijvoorbeeld aan een huisartsbezoek. Huisartsen hebben veel kennis opgedaan in de schoolbanken, lezen vakliteratuur, spreken allerlei patiënten met verschillende ziektebeelden; door alle informatiebronnen zijn zij enorm vaardig. Maar stel je voor dat al deze informatie waarover huisartsen beschikken wordt gebundeld in één systeem. Dan heeft de arts toegang tot de kennis en kunde van zijn mede-artsen. Op die manier kan er sneller en preciezer een diagnose worden gesteld, ook bij minder voorkomende klachten. Klinkt goed, toch? Toch wordt lang niet iedereen er enthousiast van als een computer bepaalt aan wat voor ziekte hij lijdt. We hebben angst voor het onbekende en een gebrek aan vertrouwen – we zijn bang dat het systeem fouten maakt. Bovendien hebben we behoefte aan een bepaalde mate van emotionele betrokkenheid, zeker als het om persoonlijke problemen gaat. Intermenselijk contact vinden we belangrijk.

Sla menselijkheid niet over
Ikzelf ben fervent voorstander van de inzet van AI, maar wil daarbij de kanttekening maken dat we niet aan menselijkheid voorbij moeten gaan. We kunnen de huisarts wel willen vervangen door een supercomputer, maar daar is de maatschappij nog niet aan toe. Wellicht is het een kwestie van wennen, zoals het bij bijvoorbeeld reisbureaus en banken ook is gegaan. Want boekte iedereen voorheen nog zijn vakantie via een reisbureau, Googlen we er tegenwoordig liever zelf op los. En opende het gros van de mensen tien jaar geleden nog een rekening in een fysieke bank, kiezen we nu voor de online ‘locatie’. Uitfasering is de sleutel tot succes: door eerst te werken met een mixmodel, waarbij mens en technologie hand in hand gaan, gunnen we de mens gewenning. En over tien jaar, dan kunnen we ons misschien niet eens voorstellen dat we met een verkoudheidje ‘vroeger’ naar de dokter stapten.

Dus … controle of vertrouwen?
Ja, de diverse functies in de auto reageren sneller dan een mens ooit zou kunnen. En ja, door slimme data-analyse wordt een klantenservice vele maten efficiënter. Maar laten we niet te hard van stapel lopen. Vertrouwen moet groeien. En tot die tijd hebben we liever – in ieder geval nog een beetje – controle.

Wilbert van Beek
Commercieel Directeur

Een verkorte versie van dit bericht verscheen in Computable, #1 2019.